Your Cart

Hebben hoogbegaafde kinderen iets aan filosofie?

Wat hebben hoogbegaafde kinderen aan filosofie?Hoogbegaafde kinderen kunnen veel leren door te filosoferen. Dat geldt natuurlijk op zich voor alle kinderen, maar hoogbegaafde leerlingen kunnen daarnaast ook nog vanwege een paar specifieke kenmerken gebaat zijn bij filosofie. Ze hebben daarbij iets te leren, maar het kan ook bijdragen aan hun zelfvertrouwen.

Wandelende encyclopedie

Zo zijn sommige hoogbegaafde kinderen een weetjesbron. Soms wordt er wel eens gekscherend over een wandelende encyclopedie gesproken.  Het gevaar van veel kennis is het idee dat je door die kennis een antwoord hebt op alle vragen. Een idee waar overigens ook veel volwassenen in geloven. Terwijl het toch echt zo is dat de mens lang niet op alles een antwoord heeft. Het is handig om hierbij een onderscheid te maken in weetvragen en denkvragen. Het antwoord op een weetvraag kun je opzoeken, maar over het antwoord op een denkvraag moet je nadenken. Het gaat dan om filosofische vragen waarop meerdere antwoorden mogelijk zijn en waarbij je moet zoeken naar je eigen antwoord.

Door bij zulke vragen een kennisfeit in te brengen en dat als antwoord te beschouwen, laat je als het om filosofische vragen gaat eigenlijk zien dat je helemaal niet over de vraag hebt nagedacht en dat je eigenlijk je luie hersenen de vraag hebt laten beantwoorden.

Luie denkers

De mens denkt namelijk op twee manieren. Systeem 1 is snel en lui en systeem 2 is traag en weloverwogen. [1] Het liefst gebruiken we systeem 1. Het is onze automatische piloot. Intuïtief en onbewust én lekker makkelijk. Bovendien ook heel efficiënt want het zorgt er bijvoorbeeld in bedreigende situaties voor dat je snel kunt handelen. Het is daarmee ook wel een beetje een primitief brein, overigens niet te verwarren met ons reptielenbrein. Dat staat vooral voor onze primaire instincten.

Systeem 2 denkt veel analytischer en weloverwogen. Logischerwijs kost dat meer tijd en inspanning. Het snelle en luie denken is best wel lekker comfortabel, maar het tragere weloverwegen denken, daar moet je je echt even toe zetten.

Hoogbegaafde kinderen zijn vaak luie denkers geworden, juist omdat denken hen nou eenmaal makkelijk afgaat. Maar het is een bekend fenomeen dat een goede eigenschap zich ook tegen je kan keren en een valkuil kan worden.

Weerstand

Hoogbegaafde kinderen geven dus nogal eens snelle antwoorden op filosofische vragen en ze zijn er dan van overtuigd dat de vraag is opgelost. Het is dan belangrijk om goede vervolgvragen te stellen zodat deze kinderen verder en dieper moeten gaan nadenken. Vaak hebben ze daar in het begin helemaal geen zin in en tonen ze weerstand. Toch is het een goed idee om dit consequent te blijven doen bij deze leerlingen.

Een mooi voorbeeld van wat dit op kan leveren is Ylias. Een jongen die graag biologie wilde gaan studeren en twee jaar in de filosofieklas zat. In het begin dacht hij alle vragen met kennis te kunnen beantwoorden. Als de rest van de groep na zijn antwoord toch nog verder dacht, nam hij een defensieve lichaamshouding aan met zijn armen over elkaar. Maar hij luisterde stiekem wel mee, al straalde hij dat niet uit. Steeds vaker haakte hij na een tijdje toch weer aan en steeds vaker waren zijn antwoorden minder stellig en begon hij zijn bijdragen met: ‘tja, het hangt ervan af…’ In de eindevaluatie zei hij: ‘Ik heb geleerd dat je op verschillende manieren kunt denken en dat je altijd verder kunt denken.’

Filosofisch talent

Er zijn overigens ook hoogbegaafde kinderen die juist een sterk ontwikkelde verwonderde houding hebben, oftewel filosofisch talent [2]. Dit filosofisch talent kan bij alle kinderen voorkomen, maar zie je ook regelmatig in hoge mate bij hoogbegaafde kinderen. Deze kinderen blijven maar denken over vragen waar geen antwoorden op zijn.

Filosofisch talent wordt niet altijd op waarde geschat, sterker nog, al die vragen, dat wordt nogal eens lastig gevonden. Voor alle kinderen met een hoofd vol vragen kan filosoferen daarom een verademing zijn, en zelfs remediërend werken. Mona, een meisje uit een plusklas in Appingedam, was ervan overtuigd dat ze helemaal niet zo slim was en slecht was in filosofie omdat ze altijd maar twijfelde. Haar zelfvertrouwen kreeg een enorme boost toen ze doorkreeg dat zij juist door haar twijfel een supergoede denker was.

Kritisch denken

Hoogbegaafde kinderen zijn vaak kritische denkers. Ze accepteren niet zomaar elk willekeurig feit en gaan over van alles en nog wat in discussie. Deze eigenschap kunnen ze goed gebruiken bij het filosoferen. Als je gaat filosoferen denk je immers voortdurend na of iets wel echt waar is en of je dat wel kunt bewijzen bijvoorbeeld. Zonder kritisch denken, kun je eigenlijk niet filosoferen.

Rechtvaardigheidsgevoel

Veel hoogbegaafde kinderen hebben ook een sterk ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel. Ze hechten veel belang aan concepten als ‘belofte maakt schuld’ en ‘eerlijk zullen we alles delen’. Ze vinden het lastig om hier genuanceerd mee om te gaan. Ook denken ze meer na over of beoordelingen en straffen wel rechtvaardig zijn. Ze denken sowieso nogal eens, op vrij jonge leeftijd al, na over het onrecht in de wereld en komen daarbij soms zelfs op jonge leeftijd al in actie. Bijvoorbeeld door vegetariër te worden of geld in te zamelen voor een goed doel.

Je helpt hoogbegaafde kinderen dus echt door gesprekken te voeren over morele vragen. Ze kunnen namelijk ook wel eens doorslaan in hun ideeën en zich als een moraalridder gaan gedragen. Door in filosofische gesprekken verschillende ideeën te delen en zo verschillende kanten zichtbaar te laten worden, kunnen ze genuanceerder en wat flexibeler omgaan met hun denkbeelden.

Vriendschap

Het feit dat hoogbegaafde kinderen vaak voorliggen met hun morele ontwikkeling op andere kinderen zorgt er vaak ook voor dat ze hogere eisen stellen aan vriendschappen. Zijn jonge kinderen vaak nog laconiek in het nakomen van speelafspraken en hebben zij bijvoorbeeld regelmatig een dubbele afspraak, voor hoogbegaafde kinderen kan dit echt onverteerbaar zijn. Het met elkaar nadenken over wat belangrijk is in vriendschappen kan hen helpen een beter beeld te krijgen van hoe verschillend kinderen vriendschap in kunnen vullen. Door dit inzicht kunnen ze bijvoorbeeld met zo’n dubbele afspraak beter omgaan.

Creativiteit

Hoogbegaafde leerlingen zijn ook nogal eens creatieve denkers met een groot voorstellingsvermogen. Hier hebben ze voordeel bij als je tijdens het filosoferen nadenkt over denkbeeldige situaties. Denk aan gedachte-experimenten, dilemma’s en andere denkscenario’s. Ze zien zo’n denkexperiment makkelijk voor zich en vinden het leuk om hier dan over na te denken.

Conclusie

Kortom: filosofie biedt hoogbegaafde kinderen mogelijkheden om nieuwe dingen te leren én mogelijkheden om hun sterke kanten toe te passen. Het is dan ook begrijpelijk dat in veel plusklassen aandacht voor filosofie is. Maar misschien komen de leerpunten in de gewone klas nog wel beter tot uiting, juist door de diversiteit van de leerlingen waarmee je dan van gedachten wisselt. Het mooie is dat dan iedereen baat heeft bij de vele voordelen van filosoferen. Dus het zou mooi zijn als filosofie uiteindelijk niet alleen voorbestemd blijft aan plusklassen maar een plek in het gehele basisonderwijs krijgt.

Lees ook

Ook wij-leren.nl besteedde aandacht aan filosofie voor hoogbegaafde leerlingen

Voetnoten

[1] Ons feilbare denken van Daniel Kahneman

[2] Onderzoek filosofisch talent van Thecla Rondhuis