Your Cart

Ontdek een onzichtbare wereld

Kind gluurt door zijn vingers, en denkt dat hij nu onzichtbaar is.Filosofie laat kinderen anders kijken naar de wereld. Het daagt hen uit om na te denken over dingen die vanzelfsprekend lijken, maar het toch niet blijken te zijn. Deze groep 8-jarigen onderzoekt samen het onderwerp onzichtbaar. Ze krijgen eerst de opdracht om iets onzichtbaars te tekenen. Jorian roept al snel enthousiast: “Ik weet al vier onzichtbare dingen!” en noemt onder andere een raam, een ijsbeer op de Noordpool en een speld in een hooiberg. Ook de andere kinderen raken geïnspireerd en gaan aan de slag.

Na een minuut of tien werken, gaan we in de kring zitten om de tekeningen te bekijken. We zien al snel dat het onzichtbare op veel manieren kan worden uitgelegd. Sasja heeft een traan getekend en zegt: “Verdriet kan onzichtbaar zijn. Soms ben je verdrietig maar ga je toch blij kijken.”
Adiëlle tekende een vergrootglas, ‘want glas is onzichtbaar. Maar,’ voegt ze daar triomfantelijk aan toe ‘wat je vergroot wordt juist zichtbaarder!’
Op de tekening van Esmee staan muzieknootjes. ‘Geluid kun je niet zien, maar wel als je het opschrijft met muzieknootjes.’
Slim gevonden.
Sebas tekende wind.
‘Hoe weten we eigenlijk dat de wind bestaat, als je het niet kan zien?’ vraag ik hem.
‘Omdat je het voelt.’
‘Je ziet je haren wapperen,’ vult Esmee aan.
‘De blaadjes aan de bomen gaan op en neer.’

Zichtbaar maken

Rianne gooit haar idee in de groep: ‘Als er een witte sneeuwpop in de witte sneeuw staat, dan kun je hem niet zien.’
Een interessante vraag die daardoor naar voren kwam was of we alle onzichtbare dingen zichtbaar zouden moeten maken.
‘Met bacteriën is dat handig,’ roept Jurian uit.
Sigrid: ‘Maar het is ook gevaarlijk. Een autoraam is onzichtbaar en als je die zichtbaar maakt, dan kun je er niet meer doorheen kijken.’
Ook een interessante ontdekking! Sommige dingen moeten onzichtbaar blijven om hun doel te vervullen.

God is ook onzichtbaar

Jurian bracht het concept van God ter sprake en merkte op dat God ook onzichtbaar is. Dit opende gedachten over geloof, fantasie en de mysteries van het onzichtbare.
‘Niemand weet hoe God eruit ziet.’
‘Vroeger dacht ik dat God een reus was.’
‘Er zijn ook mensen die kunnen geesten zien.’
‘Dat is toch fantasie.’
Nee hoor,’ zegt Ceciel, ‘ik geloof dat Smokey mijn overleden kat nog altijd in de lucht rond mij zweeft.’
Toch denken de meeste kinderen dat dat fantasie is.
Ceciel denkt dat je dat niet kunt weten. Omdat de geestenwereld onzichtbaar is. ‘Misschien zijn er wel bijzondere mensen die dat wel kunnen zien. Dat kunnen we niet bewijzen.’

Denken

Denken is ook onzichtbaar,’ vindt Sebas.
“Hoe zou je kunnen weten dat iemand aan het denken is?”
‘Je kan nooit weten of iemand anders aan het denken is.’
‘Je kan het wel weten. Als iemand iets doet, of een som maakt, dan weet je toch dat hij aan het denken is.’
Dat is een goeie, denken is misschien niet zichtbaar maar heeft dus wel invloed op je gedrag, en dat kunnen we wel zien.

Onzichtbare vriend

‘Kun je een onzichtbare vriend hebben?’ vraag ik dan.
‘Ja, in je gedachten kun je dan met hem praten,’ vindt Ceciel.
Rianne vindt dit gek. ‘Hoe kun je nou vrienden zijn als je hem niet eens kan zien?’
‘In je fantasie kun je hem wel zien, maar ik weet niet of hij dan bestaat,’ vult Ceciel aan.

Een dagje onzichtbaar

‘Wat zou je doen als je zelf onzichtbaar was?’
Daar hoeft niemand over na te denken. Er wordt van alles door elkaar geroepen:
‘Stiekem naar huis lopen en snoepjes uit de snoeppot pakken.’
‘Ik zou speelgoed pakken uit de winkel.’
‘Ik zou in een auto stappen en zonder rijbewijs gaan rijden, want dan ziet de politie je niet en kunnen ze je ook niet in een cel doen.’
‘Dus,’ concludeer ik, ‘als we onzichtbaar zijn, gaan we allemaal dingen doen die eigenlijk niet mogen!’
Ik zie een hoop ondeugend grijnzende koppies voor me.

Wandelend t-shirt

‘Zijn je kleren dan ook onzichtbaar?’ vraagt Orlando zich ineens af.
‘Anders zie je gewoon een t-shirt lopen!’
Op deze gedachte wordt wild door gefantaseerd. Aan verbeeldingskracht geen gebrek. Maar na een tijdje komt ook het besef: ‘Je hoeft toch geen kleren aan, je bent toch onzichtbaar!’
‘Loop je daar in je blootje,’ giechelt Orlando.

Zo sluiten we de les lachend af en gaat iedereen terug naar zijn eigen klas met nieuwe inzichten en beelden in zijn hoofd.

Door het volgen van iedereens gedachten hebben de kinderen de wereld op een heel andere manier verkend. We maakten het onzichtbare zichtbaar. Tegelijk laat zo’n filosofieles de voor volwassenen onzichtbare slimme en creatieve denkwereld van kinderen bloot.