Na een vakantie besteden de meeste leerkrachten tijd aan het gezamenlijk terugkijken op de vakantie. Doe dat deze keer eens op een andere manier en vraag of de kinderen zich ook verveeld hebben. Om daarna samen na te denken over wat verveling eigenlijk is: “Je hebt nergens zin in, ook niet in nergens zin in hebben en dus bedenk je steeds wat maar dat wil je dan toch niet en zo blijft dat maar op en neer gaan.”
Terugkijken
Vaak wordt er op school op de eerste dag na een vakantie teruggeblikt op de vakantie. Dit gebeurt meestal in de kring door het uitwisselen van ervaringen of door een schrijf- of tekenopdracht. Dat gaat dan meestal over alle bijzondere dingen die je gedaan hebt. Maar behalve ‘leuke dingen doen’ vervelen heel veel kinderen zich ook tijdens de vakantie. En dat kan een verrassend andere insteek zijn om de vakantie weer af te sluiten.
Verveling tekenen
Verveling is een bijzonder verschijnsel. Het is anders dan lekker niks doen, dan is het een keuze. Bij verveling wil je wel wat doen, maar weet je niet wat. En dat kan je een vervelend gevoel geven. Toch schijnt verveling wel heel gezond en goed te zijn. Nu kun je daarover natuurlijk filosoferen. Vraag de kinderen als opstarter voor dit gesprek eerst om een tekening te maken van verveling door het geven van de volgende opdracht: als verveling een ding zou zijn, hoe zou het er dan uitzien?
Denken over verveling
Na het tekenen kun je met de kinderen gaan nadenken over verveling met behulp van de tekeningen. Leg de tekeningen in de kring en bespreek ze aan de hand van de volgende vragen.
- Wie heeft wat getekend en vooral waarom?
- Wat zeggen al deze tekeningen over verveling?
- Wat is er vervelend aan verveling?
- Wat is er leuk aan verveling?
- Kun je je expres vervelen?
- Zou je je vaker willen vervelen?
- Zou het leuk zijn om je nooit meer te vervelen?
- Verveelt iedereen zich even vaak?
Sluit het gesprek af met de vraag hoe we verveling dan het beste kunnen omschrijven.
Hieronder vind je wat voorbeeldtekeningen en in dezelfde volgorde de bijbehorende uitleg.
- “Het is een stukje in je hersenen. Soms gaat dat aan en dan heb je nergens zin in.”
- “Het is een grote, zwarte, donkere, chaos in mijn hoofd.”
- “Je hebt nergens zin in, ook niet in nergens zin in hebben en dus bedenk je steeds wat maar dat wil je dan toch niet en zo blijft dat maar op en neer gaan.”
- “Het is heel irritant, want je wil wel wat doen, maar je weet niks leuks.”
- “De tijd gaat dan superlangzaam!”
- “Ik maak dan een dobbelsteen met op elk vlak iets wat je kunt doen. Maar soms heb ik daar zelfs geen zin in.”
- “Verveling is een monster dat ervoor zorgt dat je nergens zin in hebt.”
- “Vroeger vond ik alles saai, daarom verveelde ik me vaak.”
Geïnspireerd op een idee uit het boek ‘Is ergens nergens?‘ van Iris van der Graaf.
Vind je het leuk om te filosoferen naar aanleiding van een tekenopdracht? Kijk dan eens naar Denktekenen, dat zijn 45 tekenopdrachten die kinderen aan het denken zetten.
Filosofie wordt kinderspel met deze materialen
- Waardering 4.57 uit 5€ 10,95
- Waardering 4.25 uit 5€ 22,50
- Waardering 4.86 uit 5€ 16,95
- Waardering 4.50 uit 5€ 8,00