Een groep 7 wilde graag weten hoe je weet wat je moet doen. En dan vooral wat goed is om te doen. Dylan zei dat je geweten dat bepaalt. Zoals wel vaker in een filosofisch gesprek ontstonden er door een uitspraak zomaar ineens veel meer vragen. Want wat is het eigenlijk? Hoe komt je geweten aan kennis? Heeft je geweten altijd gelijk? De kinderen hadden niet alleen ineens veel vragen, ze hadden ook ineens veel denkmotivatie. Met 26 kinderen in een kring werd maar liefst een uur lang aandachtig nagedacht. Miranda ging van start en dacht dat je geweten iets is wat goede beslissingen maakt. “Soms denk ik: ‘Kies die knakworst!’ Maar mijn geweten zegt dan: ‘nee ik wil vegetariër zijn’.
‘Maar dat is dan toch ook jouw stem,’ bedacht het meisje naast haar.
‘Nee, volgens mij zijn het al je herinneringen bij elkaar,’ voegde Yasr toe.
Het gesprek loopt soms vanzelf
De kinderen vonden dit onderwerp zo razend interessant dat het gesprek vanzelf liep. Ik hoefde zelf bijna geen vragen meer te stellen.
‘Ik denk dat het meer dan je herinneringen is. Het is een gevoel wat je vertelt wat je wel en niet moet doen.’
‘Hoe weet je geweten dat dan?’
‘Misschien door complimentjes die je krijgt?’
‘Ja, maar soms doe je iets wat je niet wil omdat de rest van de groep het doet.’
‘Je geweten wil het beste kiezen. Maar jij niet altijd.’
Is je geweten een tweede ik?
‘Is het een tweede ik dan? Een betere ik?’
‘Hm, misschien, maar wie bepaalt dan wat beter is?
‘Je moet ook denken aan wat het beste is voor een ander, want je moet niet alleen aan jezelf denken.’
‘Maar je moet er zelf toch ook wat aan hebben?’
‘Dat heb je toch ook, want je hebt dan iemand blij gemaakt.’
En je geloof dan?
‘Als ik een autootje van een kind vind en ik breng het terug dan noemt mijn moeder dat goede karma. Dan gebeurt er ook iets goeds voor mij.’
‘Dus als je het goede doet, dan krijg je iets goeds terug.’
‘Dat is een soort geloof. Dat is iets anders dan je geweten, toch?’
‘Geloof heeft er wel invloed op, denk ik, hoor.’
‘Hebben we allemaal hetzelfde geweten?’
‘Nee, want we bedenken allemaal iets anders en we maken allemaal andere dingen mee.’
Je geweten groeit
‘Hoe groeit je geweten dan?’
‘Dat vertellen je ouders of de juf, zij zeggen het als je iets fout doet.’
‘Zouden baby’s het ook al hebben?’
‘Ik denk het wel maar dan heel simpel. Naarmate je ouder wordt en je ziet meer van de wereld en je gaat naar school dan groeit het.’
‘Heeft iemand van 60 dan een beter geweten dan iemand van 10?’
‘Nee, want het hangt ook van je karakter af. Misschien is die opa wel heel egoïstisch.’
‘Het hangt er ook van af wat je hebt meegemaakt. Als je je hele leven op de bank zit dan kan je geweten niet groeien.’
‘Ja, je moet ook fouten maken, dat is goed voor je geweten, daar leert het van.’
Iets op je geweten hebben
Voordat we het wisten was de tijd op. Ik moest het gesprek afronden. Dat vonden de kinderen helemaal niet leuk. “Dus dat heb ik nu op mijn geweten,’ grapte ik. Dat had ik beter niet kunnen zeggen want meteen filosofeerden de kinderen weer verder.
‘Ja, dat zeggen mensen soms, maar iets op je geweten hebben, dat is toch juist iets slechts! Hoe zit dat dan?’
Gelukkig had er de hele tijd een geïnteresseerde leerkracht bij het gesprek gezeten. Ik hoop dat hij het gesprek heeft vervolgd toen ik, hoe gemeen ook, de klas toch heb verlaten. Overigens nog wel de hele dag nagenietend van dit interessante gesprek!
Over het geweten wordt overigens niet alleen door filosofen nagedacht. Ook psychologen, psychiaters, neurowetenschappers en theologen buigen er hun hoofd over. Hier vind je een overzicht.