Sommige type vragen hebben een slechte naam. Zoals bijvoorbeeld de wedervraag. De wedervraag heeft zo’n slecht imago dat men zelfs zegt dat je hem niet mag stellen. Dat is jammer want de wedervraag kan ook een teken van oprechte interesse zijn. Lees hier waarom je hem vaker zou moeten gebruiken.
Brutaal
Een wedervraag kan inderdaad heel irritant en zelfs brutaal zijn. Als iemand aan mij vraagt: ‘weet jij waar de bushalte is?’ en ik antwoord dan: ‘wat denk je zelf?’ Dan zou dat inderdaad bijzonder vreemd zijn.
Het is ook vervelend als iemand een wedervraag stelt om zo een antwoord te ontwijken. Bijvoorbeeld omdat hij niet wil toegeven dat hij het antwoord niet weet of omdat hij zichzelf niet bloot wil geven. In dat geval is de wedervraag inderdaad ook niet fijn.
Maar om nou te stellen dat je de wedervraag per definitie niet mag stellen, dat gaat mij toch te ver.
Belangstelling in de ander
Als iemand bijvoorbeeld een vraag stelt waarop niet een eenduidig antwoord te geven is, bijvoorbeeld omdat het een filosofische vraag is, dan is er niets mis met de wedervraag. Integendeel juist! Met een wedervraag stel je dan immers belangstelling in de ideeën van de ander.
Moet ik alles delen met mijn vrienden?
Stel een kind vraagt: moet ik mijn snoepjes altijd delen met Sanne? (waarbij Sanne het vriendinnetje van het kind is) Dan kan haar vader antwoorden: ‘Ja, met je vrienden moet je alles delen, daar ben je vrienden voor.’ De vader stelt dan eigenlijk dat dit een harde regel is die voor iedereen geldt. Het kind kan zich zeer ongelukkig voelen bij zo’n antwoord. Want misschien wil ze altijd graag alles delen, alleen niet die speciale snoepjes die ze van oma kreeg. Er wordt haar nu een regel opgelegd die zij liever zou nuanceren. Haar autonomie wordt afgenomen.
Wat denk je zelf?
De vader had ook kunnen zeggen: ‘Hm… goede vraag, wat denk je zelf?’
Dan ervaart het kind dat ze zelf de baas is en zelf haar regels rondom vriendschap en delen mag ontwikkelen. Net zoals jij dat ooit hebt gedaan.
Jouw antwoord stopt het denken
Je kunt natuurlijk ook eerst zelf een antwoord geven en daarna ‘wat denk jij?’ vragen. Maar dat raad ik toch af, want als een volwassene een antwoord geeft, denkt een kind al snel dat hij dan ook zo moet denken. Zo gaat dat nu eenmaal vaak. Want ja, de volwassen zal het wel weten. Dat zijn kinderen zo gewend. Maar in het geval van een filosofische vraag gaat dat dus helemaal niet op. Het antwoord van het kind kan dan even goed zijn als jouw antwoord, of zelfs beter.
Wat ben je toch dom!
Natuurlijk is het wel belangrijk, zoals bij alle communicatie, om de juiste toon en mimiek te gebruiken. Als je zegt ‘wat denk je zelf?’ en je kijkt er kritisch bij alsof je denkt ‘wat ben je toch dom’ of je gebruikt een neerbuigende toon, tja, dan kruipt het kind in zijn schulp en durft zij niets meer te vragen. Maar als je een houding hebt waarbij je uitstraalt dat je oprecht nieuwsgierig bent naar haar ideeën dan zal het haar juist aanmoedigen om haar eigen denken te ontwikkelen. En dat wil je toch? Of creëer je liever napraters?
Context
Het komt er vooral op neer dat je bij elke vraag die je stelt altijd zult moeten inschatten wat de ander kan hebben en wat past bij de situatie. En dat geldt eigenlijk voor alle vragen. Of de vraag gepast is, hangt gewoon van de context af. Als ik aan iemand in een rolstoel vraag waar ik in een bepaalde wijk het beste kan hardlopen dan is dat misschien wel onaardig. Maar als ik het aan iemand in hardloopkleding vraag, is dat prima.
Kortom: star omgaan met de regel je mag geen wedervraag stellen lijkt me dus geen goed idee.
PS dit blog kwam tot stand naar aanleiding van een discussie die ik hierover op LinkedIn heb aangezwengeld naar aanleiding van mijn vraag of je wedervragen mag stellen.
Vraag aan jou
Zijn er trouwens nog meer soorten vragen die in het verdomhoekje staan? Ik hoor het graag. Dan kan ik er een blog over schrijven. Je kunt hieronder, bij de comments, je reactie geven.