Your Cart

Te mooi om waar te zijn – hoe onderscheid je als kind echt van onecht

Te mooi om waar te zijn“Dit ziet er te mooi uit om echt te kunnen zijn.” Dit wordt heel vaak gezegd bij het bekijken van een fossiel tijdens de filosofieles ‘Wat is echt?’ Grappig, want de fossiel is echt echt. Hoe zit dat?

Sanne bestudeert de fossiel en zegt dan: “Deze fossiel ziet er wel heel mooi uit, heel kleurig. Als je een echte fossiel uit de grond haalt ziet hij er niet zo mooi uit.”

Heb je ooit de binnenkant van een fosiel gezien dan?

“Nee, maar dit ziet er te mooi uit om echt te kunnen zijn,” vindt ze.

“Het kan wel, hoor, denk ik,” zegt Joost. “Je ziet het ook wel eens bij een steen, die zijn soms ook heel mooi geslepen. Hij is wel gewoon uit de natuur, hij is niet uit een fabriek of zo.”

Er komen meer reacties:

“Je eet toch ook niet een wortel zo uit de grond, die was je toch ook eerst. Dan is het nog steeds een echte wortel.”

“Als iets er te mooi uitziet, dan is het niet meer echt, dat geloof ik dan niet. Zoals deze glimmende fossiel. Dat vertrouw ik gewoon niet.”

“Ja, dat is gewoon te mooi om waar te zijn,” herhaalt Sanne.

“Maar hij is echt,” benadruk ik.

“Echt?”

“Ja.”

Alle kinderen willen de fossiel nu van dichtbij bekijken. De meeste kunnen het niet geloven. Wantrouwen bij heel mooi dingen, interessant verschijnsel. Hoe is dat ontstaan?

“Misschien omdat je een keer teleurgesteld was?”

“Ja, zoals met Sinterklaas. Dan blijkt hij helemaal niet te bestaan en dan denk je, ja het was ook te mooi om waar te zijn.”

“Het is ook wel met Instagramfoto’s. In het echt zijn die meisjes vaak helemaal niet zo mooi.”

“Op internet is bijna alles te mooi om waar te zijn.”

Hoe weet je dan wanneer iets waar is?

“Pas als je iets in het echt ziet.”

“Maar jullie zien deze fossiel in het echt.”

“Ach…” zegt Joran ineens nadat hij de hele tijd alleen maar geluisterd heeft. “Zolang je er niet achter komt dat iets niet waar is, is het niet erg dat je erin gelooft.”

Hoe bedoel je?

“Nou, als wij nu allemaal geloven dat deze fossiel echt is terwijl hij dat eigenlijk niet is, dat is toch helemaal niet erg,” verklaart Joran zich nader.

“Nou, maar als ik geloof dat mijn beste vriendin niet over mij roddelt en zij doet het toch terwijl ik het niet weet dan vind ik dat wel erg.” Nina’s stem slaat er helemaal van over.

Joran haalt zijn schouders op. “Ik vind het echt niet uitmaken, hoor. Er is een echte wereld en een nepwereld. Die bestaan door elkaar heen. Het maakt niet uit. Jij leeft erin, in die mix, dus het is jouw wereld en die is dan voor jou echt. Dat allemaal samen.”

Iedereen is diep onder de indruk van dit filosofische standpunt en de hele groep valt even stil. Maar dan volgt bij velen toch de verontwaardiging.

“Dan kun je helemaal niemand meer vertrouwen!”

“Ik wil echt wel weten wat waar is of niet.”

“Je wil toch niet genept worden?!”

Ik wilde weten waarom dan niet. Maar daar kwamen we niet uit. Jouw kinderen wel? Denk ook eens met ze na over het “te mooi om waar te zijn” principe. Dat kan bijvoorbeeld met deze foto’s.

Meer gedachtes van kinderen over wat echt is