Your Cart

Iedereen maakt zich schuldig aan racisme

Stop racismeRacisme is overal, al willen we nog zo graag dat het niet zo is. Het zit in super veel kleine dingen verborgen, dingen die onschuldig lijken, maar het niet zijn. Over deze ogenschijnlijk kleine situaties denk ik met groep 6 na met deze lesbrief over racisme. Aanleiding is het feest Ketikoti dat op 1 juli gevierd wordt.

Rico weet wat het feest inhoudt en legt uit: ‘dat is om te vieren dat de slavernij officieel is afgelopen.’

Chayenne heeft hier meteen iets aan toe te voegen: ‘Het is wel voorbij, maar je kunt het nog steeds voelen als racisme. Dus het is wel voorbij, maar toch ook niet, want er is nog steeds racisme.’

Sieb knikt ernstig en zegt: ‘Je mag geen blanke mensen meer zeggen, je moet nu witte mensen zeggen.’

‘Maar eigenlijk zijn we niet wit, we zijn roze of beige,’ vindt Jasmijn.

‘Ik zou nooit tegen iemand die getint is, zeggen dat hij zwart is, dan wordt hij boos.’

‘Is dat niet racistisch? Alsof het erg is om zwart te zijn.’

Peter kom terug op Ketikoti: ‘We hebben heel veel feestdagen, voor bijna elk ding is wel iets, dus het is best wel raar dat we nooit ketikoti vierden want de slavernij  was vroeger wel heel erg in de wereld en dat was dan niet goed. Dus het is net als de tweede wereldoorlog, het is belangrijk dat je het niet vergeet.’

Rico denkt dat het komt omdat de handelaars destijds niet blij waren dat het werd afgeschaft.

‘Maar nu zijn we meer dan honderd jaar verder,’ vindt Peter, dus had het niet allang een feestdag moeten zijn? Eigenlijk is dit toch belangrijker dan Koningsdag! Dat is alleen maar voor de leuk, maar door de slavernij is er nog steeds racisme.’

‘Sommige mensen zeggen dat eigenlijk iedereen een racist is. Wat vinden jullie van deze stelling?’

‘Soms heb je niet door dat je iets racistisch zegt,’ zegt Rico.

Huidskleur

Carly wipt plots een stukje van har stoel en roept: ‘Ja, weet je wat gek is, als je aan het kleuren bent zegt iemand vaak ‘mag ik de huidskleur?’ maar eigenlijk is er geen huidskleur. Dan moet je zeggen: “welke bedoel je?”, want er is geen vaste huidskleur.’

‘En wat vinden jullie ervan dat mensen met kroeshaar vaak meemaken dat anderen aan je haar willen voelen.’

‘O ja,’ mompelt Chayenne. Ze fronst.

‘Mensen mogen niet zomaar aan je haar zitten,’ vindt Carly.

‘Je kan ook gewoon nee zeggen,’ denkt Amy.

Peter: ‘Ze doen het omdat ze je haar speciaal vinden, dus ze vinden het gek, afwijkend.’

‘Alsof je een kermisattractie bent,’ voegt Chayenne er aan toe.

‘Ik snap dat ze denken “hé ik zit toch ook niet zomaar aan jouw haar”,’ zegt Carly.

‘En is het een uiting van racisme?’

Winkeldieven

Daar moeten de kinderen over nadenken. Misschien wel, maar bij racisme denken ze meer aan discrimineren of denken dat iemand met een kleurtje de diefstal heeft gedaan.

Hier haakt Chayenne op in: ‘Altijd als we in een winkel lopen, kijken ze ons altijd heel raar aan. Of ze kijken raar naar mijn moeder, omdat zij de witte is, of ze kijken naar mijn vader en dan lopen ze de hele tijd achter ons aan. Dan zijn ze heel nieuwsgierig wat we doen.’

‘Vooral in Amerika denken ze dat als je donker bent, dat je dan sneller iets zal stelen,’ weet Rico.

‘Is dat racisme?’

‘Ja, want ze denken: “zij is donker dus we zullen haar in de gaten houden”.‘

Rico denkt daar een verklaring voor te hebben. ‘In Europa wonen heel veel blanke mensen en in Europa is al heel lang geen oorlog geweest. Terwijl in andere landen is wel oorlog dus dan denken ze dat mensen uit andere landen sneller aan geweld doen.’

Verdacht persoon

Daar heb ik nog wel een voorbeeld bij wat ik zelf had meegemaakt, dus ik vertel: ‘Een tijd geleden werd mijn huis geschilderd door twee mannen. De een was wit en de ander was zwart. ’s Avonds belde een overbuurman aan. Hij maakte zich zorgen, want hij had een zwarte man rondom mijn huis gezien. Dat vond hij verdacht, misschien wilde hij wel inbreken. Is dit een voorbeeld van racisme?’

‘Dat is net zoiets als met George Floyd,’ roept Rico. ‘Dat je denkt: zou er hetzelfde zijn gebeurd als hij wit was geweest? Dat kun je nooit weten.’

‘Nou ja’, breng ik in, ‘er had óók de hele dag een witte man rond mijn huis gelopen, en daar had hij het niet over.’

De kinderen knikken en zwijgen even.

Babi Pangang

Dus ga ik naar de volgende case van een meisje met een Filipijnse moeder.  Zij had me eens verteld dat een stel jongens op straat ‘babi pangang’ naar ze had geroepen.

Dit vinden de kinderen pas echt een raar verhaal. Ze barsten los in verontwaardiging.

‘Waarom roep je naar een mens babi pangang? Dat is een gerecht!’ roept Carly uit.

‘Ik roep tegen jou toch ook niet boerenkool met worst. Dat is toch gewoon raar!’ roept Rico.

Sieb zegt: ‘Ik vind dit geen discriminatie maar treiteren.’

‘Het gerecht komt uit China en zij komen uit de Filipijnen! Denken ze soms dat alle mensen uit Azië hetzelfde zijn.’

‘Ja, en dat ze allemaal de schuld van Corona zijn!’

‘Ik vind het stom, want je bent geen gerecht, je bent gewoon een mens. En je mag niet discrimineren. Alsof Mexicanen alleen maar een burrito zijn.’

Peter: ‘Dan zou ik zeggen: “ja, lekker hè”.’

‘Dat kan, maar zou je het leuk vinden?’

‘Nee,’ geeft Peter toe. ‘Maar ik zou het afdoen als een grapje.’

‘Maar is het een grapje?’

‘Nee, eigenlijk niet.’

Waar kom je echt vandaan?

‘Heb je nog een voorbeeldverhaaltje,’ vraagt Chayenne.

Die heb ik zeker. Rashid uit Leeuwarden is in Leeuwarden geboren en woont er al zijn hele leven. Maar als mensen vragen waar hij vandaan komt en hij zegt Leeuwarden dan vragen ze: ‘Nee, waar kom je echt vandaan?’

Chayenne slaakt een kreet van herkenning: ‘Net als Bas! Die vroeg een keer aan mij “waar kom je vandaan?” Hij bleef maar vragen, uit welk land, waar kom je echt vandaan…. Maar ik kom niet per se uit een ander land omdat ik gekleurd ben!’

‘Ik denk dat ze bedoelen wat is je afkomst,’ zegt Amy.

‘Ja, maar aan jou vragen ze het niet, terwijl jij in Engeland geboren bent!’

‘Goed punt. Waarom is dat bij Chayenne interessant en bij Amy niet? Terwijl jullie allebei een niet-Nederlandse ouder hebben…

Dat weet Rico wel: ‘Omdat iedereen denkt dat als je Nederlander bent, dan ben je wit. Dus bij Chayenne denken ze, hoe zou dat zitten? Ze denken als je bruin bent, dan kom je uit een ander land. Ook al is dat niet zo.’

‘Ja,’ roept Chayenne. ‘Er zijn gewoon mensen die gaan onder de zonnebank liggen om bruin te worden. Aan hen vraag je toch ook niet “waar kom je vandaan?”’

‘Zij worden meer oranje,’ zegt Rico droogjes.

Is dit voorbeeld nou racistisch?

Amy: ‘Het is meer dat ze zeggen: Ik geloof je niet, jij komt niet uit Leeuwarden.’

Nieuwsgierig

Jasmijn denkt dat mensen gewoon nieuwsgierig zijn. ‘Misschien ben je vluchteling of zo.’

‘Maar als je iemand niet kent, hoef je dat toch niet te weten, dat is toch privé,’ vindt Amy. ‘Dat vertel je aan je vrienden, niet aan een vreemde.’

Chayenne vraagt of ik nog een voorbeeld heb. Die zijn er wel, maar de tijd is op. Dus vraag ik wat deze les de belangrijkste gedachte was.

Carly: ‘Dat je nooit om de huidskleur moet vragen!’

Wil je ook met kinderen over racisme praten? De voorbeelden uit deze les vind je terug in de Lesbrief racisme die Filosovaardig voor Het gesprek online maakte.

Leestip als voorbereiding om te praten over racisme

Wil je het gesprek met kinderen over racisme aangaan? Verdiep je dan eerst in het onderwerp zodat je weet waar je het over hebt, wat je ter sprake kan brengen en waar je kritische vragen over kunt stellen. Dat geldt natuurlijk zeker voor witte mensen. Het boek Hallo, witte mensen kan daarbij helpen. Schrijfster Anousha Nzume: ‘In dit boek wil ik graag uitleggen hoe je als wit persoon je privilege kunt erkennen en hoe je door dat te begrijpen hopelijk ook racisme in de samenleving kunt inzien en aanvechten.’

De site www.withuiswerk.nl is ook aan te raden. Of volg De olifantenfluisteraar op Instagram.

Lees ook