Your Cart

‘Ik wil geen roze papier! Roze is te meisjesachtig!’

Roze is voor meisjesMats wil geen roze papier hebben omdat dat meisjesachtig is. Hij kijkt er vies bij. Alia ruilt haar blauwe papier met zijn roze papier.
‘Vroeger was mijn lievelingskleur roze, maar nu niet meer’, bekent Jelano. Hoe dat komt, dat weet hij niet.
‘Stel dat Jelano nog steeds roze als lievelingskleur had, zou hij dan roze kleding mogen dragen?’ vraag ik aan de groep.
‘Ja natuurlijk!’ klinkt het als uit één mond in de klas. Ze kijken rond. In de klas zitten drie kinderen met iets rozigs aan: alle drie meisjes. Een draagt een roze broek, een heeft een roze trui aan en de ander draagt roze schoenen. Geen jongens in het roze dus.

‘Jongens mogen wel roze dragen maar dan worden ze wel raar aangekeken.’ Zegt Noa. De andere kinderen knikken.

‘En er worden bijna geen roze kleren voor jongens verkocht,’ voegt Alia er aan toe. De eerste tegenstrijdigheid van de les is al gevonden, roze is voor iedereen maar toch ook niet. Vandaag hebben we het over gelijkheid tussen jongens en meisjes. Bij kleuren lijkt er dus iets aan de hand te zijn.

Gelijke behandeling van jongens en meisjes

We lezen een stukje uit het boek We moeten allemaal feminist zijn zijn van Chimamanda Ngozi Adichie. Zij schrijft: ‘Een feminist is een man of vrouw die zegt het is niet goed dat we jongens anders behandelen als meisjes, dat moet veranderen, wij allemaal moeten zorgen dat dat verandert.’

De kinderen vinden wat ze net hebben gehoord logisch. ‘Iemand behandelen betekent bijvoorbeeld hoeveel geld je iemand geeft,’ zegt Sem. Hij vertelt over hoe in het voetbal op hetzelfde niveau mannen en vrouwen niet even veel geld verdienen. ‘Dat is niet gelijk behandelen.’

Alia denkt te weten waarom dit zo is: ‘Omdat ze denken dat jongens sterker zijn dan meisjes.’ Mats roept er bovenuit: ‘Omdat mensen dom zijn!’ Iedereen moet lachen, maar de vraag waarom? blijft nog wel in de lucht hangen.

Er zijn nog meer voorbeelden waar jongens en meisjes niet gelijk behandeld worden.

Zo zegt Noa: ‘Op tv mogen jongens heel vaak niet gevoelig of verdrietig zijn. Meisjes wel. Omgekeerd mogen meisjes niet te boos doen.’ In de klas mag dat wel vertelt ze.

Gelijke rechten jongens en meisjes

We gaan door op een ander onderdeel: rechten. Alia vertelt dat rechten regels zijn wat je wel en niet mag doen. Hebben jongens en meisjes dezelfde rechten?

‘Hier hebben alle mensen dezelfde rechten,’ zegt Cynthia. Ze zucht. ‘Maar niet overal in de wereld hebben jongens en meisjes dezelfde rechten. In sommige landen mogen vrouwen niet werken.’

‘En vroeger was het hier ook anders!’ aldus Alia. ‘Eigenlijk is het net zoals met roze, jongens mogen wel roze kleding dragen maar er wordt geen kleding gemaakt. Dan kun je alsnog geen roze kleding dragen, ook al wil je dat wel.’

Mats denkt te weten wie bepaalt wat voor kleding er wordt gemaakt: ‘De winkels!’ Daarna voegt hij er wat vertwijfelend aan toe: ‘Maar de winkels maken weer wat de klanten graag willen… Dus eigenlijk de klanten.’

Alia valt hem in de rede: ‘Iedereen bepaalt het, en ook weer niet.’

Hoe gelijk zijn jongens en meisjes nu?

Kun je bijvoorbeeld alles worden wat je maar wil als je een jongen bent? Of zijn er beroepen meer voor jongens en beroepen meer voor meisjes? We ordenen verschillende beroepen op jongensachtig en meisjesachtig. Dit doen we aan de hand van plaatjes. Bij het eerste plaatje ontstaat er al onenigheid.

‘De koning moet bij jongensachtig liggen. Het is toch een man,’ zegt Hero-Jan.

‘Maar dat hoeft niet, je kunt het ook zien als iemand met macht. Dat kan ook een vrouw zijn,’ roept Noa uit.

Hero-Jan houdt voet bij stuk: ‘Koning klinkt ook machtiger dan koningin.’ Een korte stilte. Noa sputtert wat tegen, maar de rest is het er wel mee eens. Hero-Jan vervolgt: ‘De meeste machtige mensen zijn mannen dus hij moet écht bij jongensachtig.’

Noa houdt het erbij en bekijkt het volgende plaatje. ‘Dan moet de danser bij meisjesachtig, want de meeste dansers zijn vrouwen.’

‘Waarom vind je dansen bij meisjes horen?’

‘Meisjes vinden dansen leuker dan jongens,’ zegt Cynthia.

‘Dat is niet zo, ik vind dansen ook leuk,’ antwoordt Mats. Hij legt het kaartje wat meer naar het midden, maar nog steeds wat meer aan de meisjeskant. De juf ligt wel helemaal aan de meisjeskant. Daar is geen discussie over.

Bij jongensachtig liggen de bouwvakker, de baas en de zwerver.

Lesideeën Kinderboekenweek

Noa haar redenatie is: ‘Een vrouw kan ook een zwerver worden, maar dat heb ik nog nooit gezien.’ Iedereen beaamt dat. Hoe dat komt, weten ze niet.

Bij brandweerman is er weer onenigheid. Het kan ook een vrouw zijn, maar niemand weet wanneer de laatste keer is dat ze een vrouwelijke brandweerman zagen.

‘En brandweerman Sam is ook een man!’ roept Jelano uit.

Meer gelijk of meer verschillend?

Sem begint met het beantwoorden van de vraag: ‘Jongens en meisjes zijn meer gelijk, ze zijn allemaal mensen.’

Cynthia kijkt een beetje verontwaardigd: ‘Maar waarom verdienen de mannenvoetballers dan meer dan vrouwenvoetballers, als het allemaal gelijke mensen zijn?’

‘Omdat vrouwenvoetbal niet zo goed is als mannenvoetbal,’ zegt Sem. Jelano voegt daar aan toe dat er niet zo veel mensen willen kijken en dat er daarom minder geld mee verdiend kan worden.

Hero-Jan vraagt zich dan hardop af: ‘Maar het is toch allebei bijvoorbeeld WK of Champions League? Dat is toch hetzelfde? En de vrouwen scoorden beter op het WK!’

Zijn ze dan toch meer verschillend? ‘Er zijn wel veel verschillen, maar ik weet niet of die meer zijn.’ Bij Hero-Jan ontstaat een frons op zijn voorhoofd.

Noa denkt dat het anders zit. ‘Ik denk dat we graag willen dat jongens en meisjes meer gelijk behandeld worden…’ Ze denkt even na en vervolgt haar zin: ‘maar dat dat niet altijd zo is.’

Lees ook

[bws_related_posts]