Sprookjes gaan over de tegenstelling tussen goed en kwaad. Het is soms moeilijk om te bepalen wat goed of slecht is. Zeker voor kinderen. Hun morele ontwikkeling is nog in volle gang. Deze denkoefening met sprookjesfiguren kan kinderen helpen hun ideeën over goed en kwaad aan te scherpen.
Kort samengevat
In deze denkoefening laat je kinderen hoofdpersonen uit bekende sprookjes indelen in de categorieën goed en slecht. Deze werkvorm heet Welles Nietes. Steeds moeten de kinderen uitleggen waarom ze vinden dat die persoon in die categorie thuis hoort (verdere uitleg onderaan). Zo komen er vanzelf allerlei aspecten van goed en kwaad voorbij. Dat levert soms interessante invalshoeken op.
Leuke citaten
“Ik vind niet dat de moeder van de zeven geitjes slecht is. Moeders moeten toch ook werken of dingen doen. Soms moeten je kinderen even alleen zijn.”
“Sneeuwwitje is helemaal niet zo goed, want ze drong zomaar iemands huis in.”
“Die dwergen maken misbruik van Sneeuwwitje. Het lijkt wel aardig dat ze daar mag blijven, maar ze gebruiken haar gewoon als sloof, net als de stiefmoeder van Assepoester.”
“Die prinses op de erwt is toch gewoon een zeur. Je wilt toch een leuk meisje voor je zoon. Wat maakt het uit of ze wel of geen prinses is. Die moeder vind ik maar slecht.”
“Het is voor die stiefzussen ook wel gek om er ineens een zus bij te hebben.”
“Toen ik klein was, moest ik heel erg huilen om het jonge eendje. Dat kwam omdat ik toen zelf gepest werd.”
“Als Grietje dat niet gedaan had, was haar broertje nu dood.”
Praatplan filosoferen met sprookjes
Voorbereiding gespreksleider
Download de lesbrief en print de gesprekskaarten. Vraag tijdens het gesprek vooral goed door. Daarvoor kun je de gratis doorvraagkaartjes gebruiken.
Uitleg Welles Nietes
Bij het spel Welles Nietes deel je kaartjes, woorden, plaatjes of voorwerpen in twee categorieën in. In dit geval kaartjes met daarop sprookjesfiguren. Leg de kaartjes met de tekst ‘goed’ en ‘slecht’ in het midden van de kring. Geef dan een van de kaartjes aan een kind. Het kind mag het kaartje voorlezen en dan beslissen in welke categorie deze volgens hem hoort. Hier moet hij een uitleg bij geven. Laat de kinderen steeds beslissen, ook als je het er niet mee eens ben. Vraag regelmatig of een van de kinderen een plaatje wil verplaatsen naar een andere categorie. Uiteraard mag dit alleen als je er een reden bij geeft.
De kaartjes mogen nooit in het midden gelegd worden! Juist de scherpstelling zet je echt aan het denken.
Meer tips voor filosofielessen
Behalve sprookjes zijn nog veel meer verhalen geschikt om te gebruiken bij het filosoferen. Lees hier hoe je dit soort verhalen herkent.
De werkvorm Welles Nietes wordt ook gebruikt in het filosofische denkspel Praatplaatjes. Hierin zitten diverse vragen die je op deze manier kunt onderzoeken met behulp van illustraties.