Your Cart

Kun je alles leren? Ja, zelfs filoleren!

Kunnen poezen leren?In een combinatiegroep 1/2  dachten de kleuters na over het verhaal ‘Poes is niet dom’. Het verhaal gaat over Job die zijn kat Hobbes mee naar school neemt omdat het dier niet zo slim is en hij volgens Job nieuwe dingen moet leren. Maar het blijkt voor Hobbes niet mee te vallen om nieuwe dingen te leren. Hoe kan dat?

Zijn poezen dom?

Jesse steekt als eerste zijn vinger op. “Een poes kan wel leren spelen maar niet springen.” Meteen klinken er tegengeluiden.

“Wel hoor, want ik heb een poes thuis en die springt soms van de vensterbank af.”

“Mijn poes springt van het aanrecht af.”

Volgens Ellis mag hij wel op het aanrecht zitten, maar hij mag niet op dingen plassen. Helaas lukt het niet om hem dat te leren. Ze denkt dat dat komt omdat een poes niet kan praten.

“Een poes kan niet op twee poten staan,” brengt Alex in. “Dan gaat hij vallen.”

“Hij kan wel heel even op twee poten staan,” denkt een ander jongetje, “maar hij kan niet lopen op twee poten.”

“Vroeger hadden wij een poes die kon lopen op twee poten. En hij loopt ook soms op een bal.”

De klas is erg onder de indruk van deze knappe circuspoes, maar er zijn meer knappe dieren.

Zijn er meer knappe dieren?

“Ik heb een hamster die in een bal kan lopen. Dat heeft hij geleerd, dat kon hij eerst niet.”

Een poes kan dus moeilijk iets leren, werd ontdekt, maar bijvoorbeeld een hamster al weer wat beter. Een hond kan ook veel leren.

“Dan zeg je wat tegen hem en dan doet hij dat ook.”

“Als ik tegen Dinky zeg dat hij moet gaan zitten, dan gaat hij liggen. Dan weet hij niet wat ik zeg.”

“Dan moet je het zelf voordoen,” legt een meisje uit. Dat is inderdaad een goede manier om iets te leren.

“Toen onze hond nog bestond, zeiden we altijd foei.”

Hoe leren honden?

Zo leerde hij dus wat hij niet mocht, bedenken de kinderen. Een hond kan ook leren zitten, netjes naast je lopen en springen. Maar springen mag niet altijd. Als een hond blij is je te zien gaat hij wild tegen je aan springen en dan val je bijna om door de hond. Hoe leer je aan een hond dat dat niet mag?

“Dan zeg je foei en als hij het goed doet braaf.”

“Of je geeft hem een brokje, dat kan ook.”

“Of een bot.”

Geldt dit nou ook voor kinderen?

“Nee, want kinderen die lusten geen botten.”

Kinderen leren wat op school, vinden ze. Zoals veters strikken.

“Ik kon eerst niet veters strikken maar toen ging ik oefenen.”

Thuis leer je ook wel dingen, zoals fietsen, met de hulp van zijwieltjes. Als dat goed gaat, kunnen de zijwieltjes eraf.

“Ik kon het eerst niet zo goed maar papa ging me vasthouden.”

“Ik moest het zelf proberen, dan val je soms. Maar dat is niet erg want je kan gewoon weer opstaan.”

“Zo is dat, leren gaat met vallen en opstaan”, vat de gespreksleider samen. “Door fouten te maken eigenlijk. Is fouten maken dan goed?”

“Dat is ook niet helemaal waar want als je je voet tussen de spaken hebt, dan heb je pijn. Nu hebben we van die stokjes met bandjes en kan ik mijn voet daar zo in doen.”

“Dus nu hebben jullie een oplossing bedacht. Dus eigenlijk doordat het fout ging, hebben jullie iets slims bedacht. Je leert dus dingen door te oefenen, door vallen en opstaan, doordat iemand het voordoet, door een beetje hulp, door een straf te krijgen of juist door een beloning,” rond de gespreksleider het gesprek af en dan vliegt er een vinger de lucht in.

“Je kunt ook leren door te doen! We dachten dat we niet konden filoleren maar we gingen het gewoon doen en nu kunnen we het.”

 


Deze column verscheen februari 2015 bij het artikel ‘Filosoferen met jonge kinderen’ in het tijdschrift HJK. Klik hier om het hele artikel te lezen.

 

Wil je meer lezen over het denken van kleuters?

Er staat op Filosovaardig een special over filosoferen met kleuters.
Of lees het artikel ‘Kleine kinderen kunnen wel al abstract denken – Piaget had ongelijk!