Your Cart

Interactief voorlezen: tips, trics en een filosofische twist

Interactief voorlezen met een filosofische twist

Interactief voorlezen is heel belangrijk voor de taalontwikkeling van kinderen. Kinderen die veel worden voorgelezen hebben een grotere woordenschat en halen zelfs hogere cito-scores. Uit onderzoek blijkt dat de positieve effecten van voorlezen nog groter worden als je interactief voorleest. Maar hoe doe je dat eigenlijk? Op internet vind je daarover allerlei tips. Maar de tips hoe je dit met een filosofische twist doet, vind je hier!

Prentenboeken en verhalen zijn een ideale start om te filosoferen met kinderen. In de meeste verhalen zit namelijk onder het avontuur ook een interessant thema om over na te denken. Een filosofisch gesprek is dus een leuke toevoeging als je interactief wilt voorlezen.

Traditie Kinderfilosofie

Interactief voorlezen is ook helemaal in de traditie van Kinderfilosofie. Grondlegger van filosoferen met kinderen is Matthew Lipman. In de jaren 70 schreef hij een programma om met kinderen vanaf vier jaar te filosoferen naar aanleiding van verhalen. Berrie Heesen introduceerde deze manier van filosoferen met kinderen in de jaren 80 in Nederland. Sindsdien groeit de belangstelling gestaag en de laatste tien jaar ook nog eens steeds harder.

Als je wilt filosoferen na het voorlezen dan kun je een mix gebruiken van de vertel-eens-methode van Aidan Chambers en filosofische gesprekstechnieken.

Gedachtes van kinderen staan centraal

Bij beide gespreksmethodes is het heel belangrijk dat de kinderen in het zoeken naar hun antwoorden vrij mogen denken en dat de gespreksleider goed moet doorvragen. Het gaat om het denken van het kind. Wat vindt het kind van het boek? Wat doet het boek met het kind? Waar is het kind nieuwsgierig naar? Als voorlezer en gespreksleider heb je dus vooral een faciliterende en open houding.

Het is goed om dat steeds voor ogen te houden want klassieke vragen zoals ‘wat zou de schrijver hiermee bedoeld hebben?’ hebben al menig leerling het leesplezier ontnomen. Dat is dus geen leuke manier van interactief voorlezen, integendeel, dat werkt demotiverend en kinderen krijgen zo eerder een hekel aan lezen. Hoe moet het dan wel?

Kenmerken interactief voorlezen

1. Je begint bij de kaft

Interactief voorlezen begint al bij de kaft van het boek want vCover Wat zou jij doen? Een heel geschikt boek voor interactief voorlezenaak geeft de buitenkant van het boek al aanleiding voor een gesprek.  Bij het boek Wat zou jij doen? bijvoorbeeld, staat op de voorkant een jongetje met een gewei op zijn hoofd. Dat roept natuurlijk al vragen op. Door hierover te praten maak je kinderen al nieuwsgierig naar het boek.

Je kunt bijvoorbeeld even naar de voorkant van het boek kijken, het dan omdraaien zodat de kinderen het kunnen zien en verbaasd roepen: huh, wat heeft hij nou op zijn hoofd?

Sommige kinderen zullen er misschien een gewei in herkennen. Daar kun je dan op doorvragen: Hoe kan dat nou? Mensen hebben toch geen gewei? Het kind weet waarschijnlijk niet hoe dat kan of bedenkt er juist verhaaltjes bij. Dan kun je verder vragen op de beleving:  Hoe zou dat voelen om zo’n gek gewei te hebben?

Na zo’n intro-gesprek, kun je beginnen met voorlezen. Dat kan bijvoorbeeld met een bruggetje als dit: nou, ik ben wel nieuwsgierig hoe het allemaal zit. Ik ga snel lezen!

2. Interactie tijdens het voorlezen

Nu is het zo dat in sommige boeken op elke bladzij wel filosofische vragen te vinden zijn. Zoals het boek ‘Er zit een gat in de wereld van Spriet’. Dit kinderverhaal van filosoof Coen Simon is een in elkaar gehaakt netwerk van filosofische gedachten rond woorden als nu, nooit, ooit, niets, iets, en eindeloos. Hoewel het verleidelijk is om op al die begrippen in te gaan, raken kinderen dan de draad van het verhaal kwijt. En dan werkt interactief voorlezen averechts.

Je kunt zo’n boek beter vaker voorlezen en steeds iets anders kiezen om op in te gaan. De meeste kinderen vinden het bovendien fijn als een verhaal vaker wordt voorgelezen. Ze kunnen het verhaal dan steeds dieper doorgronden. Dus je kunt bij elke voorleesbeurt een ander punt kiezen in het verhaal om even bij stil te staan en erover te praten.

Natuurlijke interactie

Cover Alberts boomSoms ontstaat interactief voorlezen spontaan. Het boek ‘Alberts boom’ nodigt kinderen eigenlijk vanzelf uit om halverwege het boek in gesprek te gaan. Vaak komen kinderen daar zelf mee. Alberts boom gaat over de beer Albert. Hij heeft een lievelingsboom waar hij graag in ligt. Op een dag moet de boom steeds huilen. Tijdens een voorleessessie riep Pascal van 5 uit: ‘maar bomen kunnen toch helemaal niet huilen?’

Dat was een mooi moment om dan daarover even te filosoferen. Je kunt dan vragen stellen als: Waarom kunnen bomen niet huilen? Kunnen ze misschien op een andere manier dan mensen huilen? Hoe kun je dan zien dat een boom ongelukkig is? Kunnen we wel weten of bomen gevoel hebben?

Na over deze vragen een tijdje te hebben nagedacht riep Pascal: ‘nu wil ik weer verder lezen’.

Zo kan de interactie dus bij sommige boeken heel natuurlijk verlopen. Je kunt gewoon de behoeftes van het kind volgen. Maar als het kind zelf niet met zo’n vraag komt, kun je er natuurlijk ook zelf mee komen. Je kunt op zo’n moment een beetje verbaasd uitroepen: ‘Bomen kunnen toch helemaal niet huilen?’ Kinderen komen dan vast en zeker met reacties.

Na één of hooguit twee al dan niet filosofische intermezzo’s lees je het verhaal uit.

3. Napraten over het verhaal

Als het boek uit is, laat je de kinderen eerst reageren op het verhaal zelf. Dit is een vast onderdeel van interactief voorlezen. De kinderen willen namelijk altijd graag hun mening over het verhaal kwijt.

Gespreksmethode Aidan Chambers

Je kunt hierbij de vier basisvragen van de vertel-eens-methode van Aidan Chambers gebruiken.

  • Wat vond je leuk, mooi, of goed aan dit boek?
  • Wat vond je niet leuk, mooi of goed aan dit boek?
  • Is er iets moeilijk of onduidelijk?
  • Zag je een patroon of bepaalde verbanden?

Die laatste vraag naar patronen klinkt wat abstract. Maar sommige boeken, zeker boeken voor jonge kinderen bevatten bijvoorbeeld een bepaalde herhaling. Denk aan het boek ‘wij gaan op berenjacht’. Maar ook bijvoorbeeld in het prentenboek Moppereend waarin de mokkende moppereend steeds opnieuw een vriend tegenkomt die hem wil opbeuren. Dat is dan een patroon.

Cover van Een wonderlijke expeditie van robotsBij het herkennen van verbanden kun je denken aan oorzaak-gevolg relaties, overeenkomsten tussen gebeurtenissen en parallellen tussen verschillende dingen. Hoe ouder kinderen worden, hoe beter ze worden in het herkennen van verbanden. In het boek ‘Een wonderlijke expeditie van robots’ kun je bijvoorbeeld parallellen ontdekken tussen de mensheid en de robots.

Gespreksmethode Filosovaardig

Gratis boekenlegger

De afgelopen jaren ben ik over ontzettend veel prentenboeken met jonge kinderen in gesprek gegaan. Ik probeerde daarbij allerlei vragen uit en kwam uiteindelijk tot een serie vragen waarmee je een heel goede basis legt voor een filosofisch gesprek op het niveau van jonge kinderen. Dat zijn deze:

  • Wat gebeurde er in dit verhaal?
  • En wat vond je bijzonder aan het verhaal?
  • Vervolgens: Wat was het probleem in het verhaal?
  • Met aansluitend: Hoe werd dat opgelost?
  • En: Hoe zou jij het oplossen?
  • Wie was de “goederik”?
  • Wie was de “slechterik”?

Door deze vragen ontstaan vanzelf verschillende invalshoeken voor een gesprek. Door deze interactieve manier van voorlezen ontstaat het filosofische gesprek dan vanzelf. Zeker als je ook steeds goed doorvraagt op de gegeven antwoorden. Op die boekenlegger staan overigens ook handige doorvraagvragen.

Het kan zelfs zo zijn dat één van de vragen al zoveel gespreksstof oplevert dat je aan de rest van de vragen niet toekomt. Geen probleem, dan pak je die vragen er bij een volgende voorleessessie weer bij.

4. Filosofische thema van het verhaal

Nadat je met een van de twee methodes over het verhaal hebt nagepraat, kun je over een thema van het boek gaan filosoferen. In het blog filosofische thema’s in kinderboeken lees je hoe je deze kunt herkennen. Hierdoor krijgt interactief voorlezen ook de nodige diepgang.

Over dit thema kun je dan allerlei verdiepende vragen stellen. Eigenlijk probeer je samen een goede definitie voor het onderwerp te vinden. Als het thema bijvoorbeeld vriendschap is, ga je proberen samen allemaal kenmerken van vriendschap te ontdekken. Hierbij kun je allerlei filosofische gesprekstechnieken gebruiken. Als je hiermee nog niet bekend bent, start dan met de gratis mini-cursus filosoferen met kinderen. Verder vind je op deze website allerlei werkvormen en vraagtechnieken.

Voorbereiding voor interactief voorlezen

Als je interactief wil voorlezen is het enige wat je aan voorbereiding hoeft te doen bedenken wat de thema’s van het boek zijn. Vervolgens kies je daaruit het thema waar je over wil filosoferen. Het is handig om dan even te brainstormen en een rijtje onderzoeksvragen te bedenken. Is je thema bijvoorbeeld leren, bedenk dan allerlei invalshoeken om over leren na te denken. Schrijf in eerste instantie gewoon alles op.

Bijvoorbeeld: Kan een fiets leren fietsen? Kan water leren hoe het ijs moet worden? Zou een flamingo kunnen leren vliegen? En een beer? Kan een flamingo berendingen leren? Wanneer ben je klaar met leren? Kunnen opa’s en oma’s nog iets leren? Als er geen meesters en juffen waren, kun je dan nog iets leren? etc. Laat de gedachten maar tien minuten stromen. Vervolgens kies je uit je brainstormlijst de vijf à acht beste vragen en die ga je proberen in de les te gebruiken. Het is niet erg als ze niet allemaal aan bod komen.

Checklist interactief voorlezen

  1. Begin bij de kaft
  2. Zorg voor interactie tijdens het voorlezen
  3. Praat na over het verhaal
  4. Stap over op een filosofisch gesprek over het thema

 

Meer blogs rondom interactief voorlezen

Vertel eens

De vragen van Chambers vind je in de onderwijsdatabank.

Meer weten over interactief voorlezen

  • Over de positieve effecten van voorlezen lees je meer op de De Leesmonitor van Stichting Lezen.
  • Interactief voorlezen vergroot taalvaardigheid en leesplezier op leraar24
  • Spannend en goed voorlezen en vertellen doe je zo op leraar24
  • In het artikel ‘Interactief voorlezen: Ja! Maar hoe?’ Vind je ook leuke tips om interactief voor te lezen.

Lees ook