Your Cart

De 16 soorten denkers onder kinderen, van wartaaldenker tot fantasoof

Ook bij kinderen zijn er allerlei soorten denkersDiversiteit is belangrijk, ook als je samen gaat filosoferen. Gesprekken worden leuker als er veel verschillende soorten denkers in je groep zitten. Zoals een misschien-denker, een wartaaldenker, de snelle (maar ietwat luie) denker, een zo-is-het-nu-eenmaal-denker en de wetenschapsfilosoof. Het is handig om al die soorten denkers snel te herkennen, dan kun je ze namelijk gericht een beurt geven om het gesprek interessante wendingen te kunnen geven.

Daarom dit blog met de 16 leukste denktypes. Met een knipoog uiteraard want mensen indelen gaat meestal nogal kort door de bocht.

De snelle denker

Ik begin met de meest verraderlijke onder de soorten denkers: de snelle denker. De snelle denker heeft altijd onmiddellijk een antwoord. Het zijn antwoorden die best goed klinken waardoor je als begeleider denkt dat je een vliegende start met je filosofische gesprek maakt. Maar als je bij de snelle denker af en toe doorvraagt naar de redenatie achter het antwoord raakt de snelle denker vaak een beetje in de problemen. Hij ontdekt nogal eens dat hij ook een beetje een luie denker is en dat hij bijvoorbeeld een mening napraat die hij ooit ergens gehoord heeft, op het journaal of zo. Hij is er moeilijk van te overtuigen dat hij een slordige denker is.

Het ongeduldige type

De snelle denker kan uitgroeien tot het ongeduldige type. Die vindt filosofie misschien best interessant maar heeft gewoonweg niet het geduld om al die verschillende meningen van de trage denkers van de klas aan te horen. Vaak zegt het ongeduldige type dingen als ‘gaan we nu wat anders doen?’ of ‘hoe lang duurt het nog?’ Hij houdt van aan- en doorpakken!

De dieseltrein

Het ongeduldige type matcht niet goed met de dieseltrein. De dieseltrein komt langzaam op gang maar als hij eenmaal met praten begint, houdt hij niet meer op. Zijn verhalen zijn langdradig met teveel details en oneindig veel spin-offs die alleen met heel veel fantasie nog met het onderwerp te linken zijn. Het is moeilijk om de dieseltrein af te kappen omdat hij geen enkele adempauze neemt. Je komt er gewoon niet tussen! Dus op een gegeven moment zit er niets anders op dan dwars door hem heen te praten met het gevaar dat hij de rest van de les een beetje beledigd is.

Het interessante-weetjes-kind

Van alle soorten denkers is ook het interessante-weetjes-kind moeilijk af te remmen. Waar je het ook over hebt, hij weet altijd een interessant weetje. Heb je het over tijd dan weet hij dat er ooit een man was die in een grot ging wonen en niet wist of het dag of nacht was en uiteindelijk een ritme van 24,5 uur kreeg. Dit was in een gesprek over tijd een relevant weetje maar regelmatig komt hij ook met weetjes van twijfelachtige allure. Wat moet je bijvoorbeeld met deze informatie bij een gesprek over het milieu: ‘Ze hebben ontdekt dat schapen best wel slim zijn. Ze hebben allemaal onderzoekjes gedaan of ze Obama konden herkennen.’

Het hé-pssst-moet-je-horen-kind

Je hebt ook kinderen die zeggen in de kring niet zo veel maar komen aan het einde van de les bij je langs om je iets toe te vertrouwen. ‘Ik wou nog zeggen over die les toen we het over ‘kan iets lelijks ook mooi zijn?’ hadden… Ik vind van wel want als je iemand echt aardig vindt, dan maakt het niet uit.’ En dan komt er nog een uitgebreid illustratief verhaal van vijf minuten achteraan waar je op dat moment eigenlijk geen tijd voor hebt, maar waar je dan toch maar geduldig naar luistert.

De stille denker

De stille denker lijkt op deze toevertrouwder. De stille denker denkt altijd in het geheim. In de kring valt hij tussen alle andere soorten denkers niet op, is haast onzichtbaar zelfs. Als je hem een beurt geeft, zegt hij vaak niks of zo zachtjes dat niemand het verstaat. Het lijkt alsof de gedachten van de stille denker blanco zijn, maar als je bij de individuele denkopdrachten een op een met ze in gesprek gaat, blijken ze vaak heel diepzinnige gedachtes te hebben gehad. Van die gedachtes waarvan je baalt dat ze het niet in de kring hebben gezegd. Dat zou het gesprek echt een verrassende twist hebben gegeven!

De wartaal-denker

De wartaal-denker komt nooit uit zijn woorden. Hij houdt hele verhalen die ergens wel interessant klinken en waarvan je vermoedt dat ze een diep filosofische kern hebben, maar ze worden zo warrig verteld dat niemand het snapt. Zo denk ik nog steeds na over deze bijdrage: ‘Je gedachten kun je niet zien maar die heb je wel en je kunt ze ook niet zien in je dromen. In je dromen heb je gedachten en in je gedachten kun je ook gedachten hebben. Maar dat weet je dan niet. Tenminste het lijkt zo dat je het niet weet omdat je niet in een gedachte kunt luisteren maar de gedachte is er wel.’ De andere soorten denkers zijn er vaak een beetje stil van als de wartaal-denker heeft gesproken.

De misschien-denker

De misschien-denker is meestal een kind met veel fantasie en weet daardoor makkelijk scenario’s te bedenken waardoor je het vanzelfsprekende in twijfel gaat trekken. ‘Misschien zien we alles om ons heen wel omdat we ervan overtuigd zijn dat het er is. Dan geloven we zo hard dat daar een muur staat, dat we die muur ook voelen.’ De misschien-denker heeft tijdens een reeks lessen altijd wel een keer een solipsistische gedachte: ‘Misschien bestaat er wel helemaal niks, alleen ik en bedenken mijn hersenen de rest.’

De fantasoof

De fantasoof denkt dat filosoferen hetzelfde is als fantaseren. Hij gaat nog tien stappen verder dan de misschien-denker. Op de vraag of aliens kunnen bestaan weet hij zeker antwoord. Hij bedenkt ter plekke een alien en vertelt hoe hij eruit ziet, wat hij allemaal kan, waar hij woont, met wat voor vreemd voertuig hij reist, etc. Dit alles in de overtuiging dat hij echt aan het filosoferen is. Het beste kun je hem laten afremmen door een wetenschapsfilosoof.

De wetenschapsfilosoof

De wetenschapsfilosoof vraagt zich bij alles af of we het zeker kunnen weten. Niets zal hij zomaar geloven. ‘Wie zegt dat wetenschappers altijd gelijk hebben? Ze zeggen altijd dat boeken altijd kloppen maar iedereen kan zomaar een boek schrijven.’

De twijfelaar

De twijfelaar geeft nooit antwoorden. Stel de twijfelaar een vraag en er volgen vijf nieuwe vragen uit. De twijfelaar gebruikt vaak woorden als ‘dat hangt er vanaf’. Deze doordenker stelt vaak vragen die je als gespreksleider ook weer aan het denken zetten. Dit jaar had ik een toptwijfelaar in een klas. Zijn getwijfel eindigde vaak in mooie vragen die ik na de les meteen in mijn lesplan opnam zoals: Als we op Mars leven, zou ons lichaam dan ook evolueren? Als er geen privacy meer is, zou er dan een zwarte handel in privacy ontstaan? Tussen alle soorten denkers is de twijfelaar misschien wel het meest filosofisch.

De ethische denker

De ethische denker is altijd op zoek naar het goede om te doen, hij stelt vragen als ‘hoe zou jij dat vinden!’. Hij is onmisbaar voor de nuances in gesprekken, tenzij hij doorslaat in het moraalridderschap, dan slaat elk gesprek dood. Je kunt ook te genuanceerd zijn.

De pleaser

De pleaser wil heel graag antwoorden geven die de leerkracht wil horen, de sociaal wenselijke antwoorden. In gesprekken over wat softere thema’s als geluk, vriendschap of liefde gaan ze helemaal los! Bij dit soort onderwerpen is het makkelijk te raden wat de leerkracht wil horen. Vernieuwend zijn hun uitspraken meestal niet. Wel vaak heel poëtisch.

De zo-is-het-nu-eenmaal-denker

De zo-is-het-nu-eenmaal-denker is de vijand van de pleaser. Deze denker spreekt de waarheid en zegt de dingen die we eigenlijk niet willen horen. Hij zal zeggen dat iedereen een egoïst is, zelfs weldoeners als Moeder Thérèsa want zij deed die dingen ook gewoon om zichzelf beter te voelen.
De zo-is-het-nu-eenmaal-denker is niet perse negatief. Hij accepteert de situatie tenslotte ook zoals het is. Milieuvervuiling bijvoorbeeld: ‘We moeten niet naar het verleden kijken maar naar de toekomst. Als er geen mensen zijn, wordt de plastic soep ook niet opgeruimd. Er bestaan nu eenmaal mensen dus het heeft geen zin om te denken dat de mens beter niet kan bestaan.’

De rampdenker

Daar denkt de rampdenker natuurlijk anders over. Die denkt dat alles slecht af gaat lopen: ‘Op een dag ontploft de zon en dan is alles kapot!’

De alles-komt- goed-denker

Nee, van de rampdenker word je niet vrolijk maar als je geluk hebt, zit er ook een alles-komt-goed-denker in je klas om de sfeer vervolgens te verzachten: ‘Natuurlijk niet, daar is de evolutie toch voor. We kunnen ook leven als de zon weg is. Er zijn altijd wel een paar soorten die daar beter tegen kunnen en dan overleven.’

Het beste eindig je een les met de alles-komt-goed-denker. Dan komt alles meestal wel goed met je les.

Lees ook

Filosofie wordt kinderspel met deze materialen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

De waardering van www.filosovaardig.nl/webshop-kinderfilosofie/ bij WebwinkelKeur Reviews is 9.5/10 gebaseerd op 521 reviews.