Wil je filosofie echt een plek geven op jouw basisschool? Dan kan het helpen om filosofie op het rapport te zetten. Maar hoe beoordeel je kinderen voor het vak filosofie? Als je zegt dat er bij filosofische vragen geen goede of foute antwoorden zijn, dan geeft dat immers geen houvast. Het is een idee om bij de kinderen te gaan letten op vaardigheden die bijdragen aan een goed filosofisch gesprek. Ik geef je daarvoor drie manieren die je kunt gebruiken om op basis hiervan een beoordeling te schrijven.
Waarom op het rapport?
Een plek op het rapport geeft filosofie zichtbare waarde voor iedereen. Kinderen zien dat hun gesprekken en ideeën serieus genomen worden. Maar ook hun ouders zien dat. Leerkrachten hebben door het rapport een stok achter de deur om regelmatig een filosofisch gesprek te voeren. Als leerkracht ga je bovendien ook op een andere manier nadenken over filosofisch gesprekken. Je gaat zien wat wenselijke vaardigheden voor een dialoog zijn. Daardoor kun je de gesprekken steeds beter begeleiden en naar een hoger niveau tillen. Een ander voordeel van filosofie op het rapport is dat je hiermee ook zichtbaar maakt dat je school aan burgerschapsvorming doet.
Hieronder laat ik drie hulpmiddelen zien die je kunt gebruiken bij het schrijven van een beoordeling voor op het rapport.
1. Indicatoren van filosofisch talent van Thecla Rondhuis
Thecla Rondhuis heeft onderzoek gedaan naar een eventueel verband tussen intelligentie en filosofisch talent bij kinderen/jongeren van 10-20 jaar. (Er bleek trouwens geen significant verband te zijn.) Om dit te doen moest zij filosofisch talent definiëren en meetbaar maken. Dit deed zij door zes indicatoren te benoemen.
- Onbepaald denken (gevoeligheid voor vaagheden en dubbelzinnigheden)
- Openheid (verwondering)
- Onderzoekend gedrag (onderzoekende houding)
- Epistemologische positie (kennis in twijfel durven stellen)
- Redeneerkwaliteit (bijvoorbeeld te herkennen aan het gebruik van woorden als omdat, want, dus, als-dan etc.)
- Anekdotische kwaliteit. (relevante voorbeelden uit de praktijk erbij kunnen halen)
Op basis van deze zes punten zou je kinderen kunnen beoordelen. Bijvoorbeeld door achter elk kenmerk een schaal van onvoldoende naar voldoende te plaatsen.
Onbepaald denken o—–o—–o—–o—–o
2. Evaluatielijst voor leraren van Berrie Heesen
In zijn boek Kinderen filosoferen heeft Berrie Heesen een evaluatielijst opgenomen. Deze is gebaseerd op een lijst die in 1988 al is opgesteld door Barry Curtis, een filosofiedocent uit Hawaï. Op de lijst van Berrie Heesen staan vijftien kenmerken die je kunt herkennen in een groep die vaak filosofeert. Deze kunnen worden gebruikt als evaluatiemiddel. Denk aan:
- Deelnemen aan de discussie
- Ontdekkingen doen
- Een standpunt innemen
- Een standpunt verdedigen
- Beoordelen of een conclusie mogelijk is
Met de hulp van deze lijst kun je een beoordeling schrijven. Je kunt hiermee de ontwikkeling van de kinderen concreet benoemen. En natuurlijk die van de groep als geheel.
3. Praattoppers
Zelf had ik behoefte aan een praktische methode waarmee ik de kinderen kon coachen in hun gespreksvaardigheden. Daarom heb ik een jaar lang bijgehouden wat ik in een filosofieles belangrijke kwaliteiten bij de kinderen vind. Dit werd een lijst van 30 gespreksvaardigheden. Hieruit zijn de Praattoppers ontstaan.
Positieve feedback
In de methode Praattoppers zijn de kwaliteiten beschreven op coachkaarten. De tekst is voor kinderen geschreven. Met de kaarten kun je kinderen of de hele groep een concreet compliment geven, maar ook een tip over wat beter kan. De cartoons van Iris Boter vullen de tekst van de Praattoppers op een grappige manier aan. Bij elke vaardigheid hoort ook een activiteit waarmee je de vaardigheid kunt oefenen dan wel kunt laten zien waarom deze vaardigheid belangrijk is. Op deze manier kunnen de kinderen zich door positieve feedback ontwikkelen.
Enkele voorbeelden van de wenselijke eigenschappen zijn:
- Je bent tolerant
- Je lichaam praat mee
- Je luistert naar de gespreksleider
- Je zoekt naar gemiddelden
- Je bent creatief
- Je denkt analytisch
NB De 2000 gedrukte exemplaren van het spel zijn inmiddels verkocht en de Praattoppers zijn dus niet meer verkrijgbaar. Maar je kunt nog wel de bijbehorende registratiekaarten downloaden op de ledenpagina. Daarmee heb je toch nog een overzicht van vaardigheden die van pas komen bij het filosoferen. Met deze lijst kun je ook makkelijk bijhouden welk kind wat goed doet. Hierdoor kun je als het tijd is om het rapport te schrijven relatief snel een beoordeling op papier zetten. Je kunt er dan voor kiezen om bijvoorbeeld de punten waar het kind goed op scoort op het rapport te zetten en een punt waar het kind nog aan moet werken. Dit kan puntsgewijs of in de vorm van een verhaaltje.
Dat kan er dan bijvoorbeeld zo uitzien:
Tijdens filosofische gesprekken kun je je ideeën goed onder woorden brengen. Het blijkt dan vaak dat je je goed in anderen kunt verplaatsen. Dat zie je vooral terug in je standpunten bij ethische vraagstukken. Je durft hierbij ook je eigen mening te hebben. Je laat vaak zien dat je kan spelen met een gedachte en je durft de wereld op zijn kop te zetten. Zoals bijvoorbeeld een keer toen je zei dat dieren even belangrijk als mensen zouden moeten zijn. Met dat soort ideeën geef je het gesprek vaak een goede denkimpuls. Je betrokkenheid bij het gesprek is altijd erg groot. Je wacht altijd op je beurt en laat anderen uitpraten. Dat is heel prettig!
Ook interessant: artikel over tolerantie voor ambiguïteit op www.specialisthoogbegaafdheid.nl