Your Cart

Taalfilosofie: kun je alle woorden ergens opplakken?

Taal is soms best abstract. Bij sommige woorden hoort een concreet aanwijsbaar en zelfs aanraakbaar ding, maar bij heel veel woorden niet. Door deze oefening met stickerwoorden laat je kinderen dat verschil ervaren. Tegelijk prikkel je ook hun creatieve vermogen om de niet-stickerwoorden toch ergens op te plakken. Zo kun je met kinderen in gesprek gaan over taal. Dit kun je thuis, maar ook op school of de bso doen.

Hoe werkt het?

Gebruik voor deze activiteit speciale stickers die je makkelijk weer kunt verwijderen of post its. Schrijf bijvoorbeeld de volgende woorden van te voren op: stoel, tafel, kast, lamp, blauw, rond, twee, vriendschap, altijd, gisteren, klaar, niks. Een per sticker of post it. Dan leg je uit dat sommige woorden echt bij een ding horen. Je noemt dan stoel als voorbeeld en plakt deze sticker op een stoel. Vervolgens laat je de kinderen de andere stickers plakken. De kinderen moeten daarbij steeds creatiever worden.

Op een school in Haren:

Stoel, tafel, kast, lamp zijn echte stickerwoorden, zelfstandig naamwoorden dus. Het was dus makkelijk om deze op te plakken.

De bijvoeglijk naamwoorden blauw, rond en twee waren ook nog goed te doen. De kinderen zochten iets blauws, iets ronds en iets waar er twee van zijn en plakte daar de stickers op.

Maar met de abstracte woorden werd het lastiger, over elk woord moest vanaf nu wel even nagedacht worden, maar toch werd overal iets bij verzonnen:

Vriendschap: Ben plakte hem op Sander want dat is zijn vriend.

Altijd: Jolien wilde deze sticker op de muur plakken. Maar zou die muur er over 100 jaar nog staan? Daar waren we niet zeker van. Uiteindelijk hebben we hem buiten op de aarde geplakt.

Gisteren: Sander plakte deze sticker op zijn tafeltje, want gisteren zat hij daar ook te werken.

Klaar: Jesse plakte deze sticker op zijn rekenwerk want daarmee was hij klaar.

Niks bestaat niet!

Niks: Oei! Dat werd moeilijk. Die konden we nergens op plakken. Zomaar ergens in de lucht bleef hij niet hangen. Wendelien dacht slim te zijn. ‘We kunnen hem in een leeg doosje doen. Daar zit niks in.’ ‘Maar,’ bedacht Jelle, ‘dat klopt toch niet. Want nu zit die sticker in dat doosje.’

Hm… zou niks wel bestaan? Een filosofisch gesprek volgde. We filosofeerden ook over woorden. En taal. Zo werd dit een veelzijdige oefening met aandacht voor taal, creativiteit en filosofie.

Dit is een lesidee uit het boek ‘Kinderen filosoferen’ van Berrie Heesen.

Lees meer over Berrie Heesen. Een van de eerste mensen die Kinderfilosofie in Nederland introduceerde.

Lees ook

Filosofie wordt kinderspel met deze materialen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

De waardering van www.filosovaardig.nl/webshop-kinderfilosofie/ bij WebwinkelKeur Reviews is 9.5/10 gebaseerd op 521 reviews.